Steeds vaker worden psychologen in de ouderenzorg geconfronteerd met vragen van cliënten die verlangens naar de dood ervaren. Deze verlangens kunnen op verschillende manieren tot uiting komen. Zo is er een passieve of actieve doodswens en een wens tot levensbeëindiging.
Psychologen zijn geregeld nog zoekende naar hun rol en bijdrage met betrekking tot deze doodsverlangens. Hoe voer ik een therapeutisch gesprek met een oudere met doodsverlangens? Hoe verhoud ik mij tot de visie van de cliënt, zijn familie en de maatschappij? Hoe ga ik om met mijn eigen gevoelens en gedachten rond eindigheid en de dood? Hoe werk ik effectief samen met andere professionals in de zorg en behandeling rond doodsverlangens?
In dit boek wordt het onderwerp doodsverlangens in detail verkend. Centraal in deze verkenning staan de kenmerken ambivalentie en entrapment, vijf gespreksperspectieven en vier therapietaken. Van daaruit wordt de psycholoog, zowel theoretisch als praktisch, meegenomen in de antwoorden op bovenstaande vragen. De in dit boek beschreven gespreksperspectieven en therapietaken zijn ook waardevol voor andere professionals en kunnen de samenwerking bij deze uitdagende problematiek versterken.