Wiskunde is ontstaan omdat mensen ongeduldig en onzeker zijn. Ze wilden greep krijgen op de werkelijkheid om hen heen. Daarom verzonnen ze een manier om tijd te markeren en dingen te tellen. Deze levensbehoefte van de mens is de basis van alle wiskunde.
Chiara Valerio vertelt dit spannende verhaal over de fascinerendste, de ongrijpbaarste van de exacte wetenschappen aan de hand van het leven van zes bestaande en één verzonnen wiskundige. Ook al waren het genieën, ze bleven mensen van vlees en bloed, dikwijls worstelend met een vroegrijp en dwingend talent, dat hen eenzaam maakte. Hun grote ontdekkingen zijn dan ook verhalen over vaders en zonen, liefdes en mislukkingen, doorzettingsvermogen en geluk.