Tweede laureaat Raymond Derine Prijs 2014
Geweldsmisdrijven maken van oudsher de kern uit van het strafrecht. De laatste jaren worden we geconfronteerd met een toevloed aan wetgeving op dit domein, waardoor de accuraatheid en de coherentie van het systeem vaak verloren zijn gegaan. Door het grote aantal verzwarende omstandigheden en bijzondere strafbaarstellingen is het vandaag dan ook niet altijd evident meer om aan feiten van bv. doodslag, slagen en verwondingen, feitelijkheden en lichte gewelddaden, wederrechtelijke vrijheidsberoving of schuldig verzuim de juiste kwalificatie te geven en er de correcte rechtsgevolgen aan te koppelen.
In dit boek worden de toepassingsvoorwaarden en rechtsgevolgen van alle mogelijke kwalificaties van feiten van fysiek interpersoonlijk geweld grondig geanalyseerd. Daarnaast is er aandacht voor de verschillende instrumenten die in het leven werden geroepen om fysiek interpersoonlijk geweld aan te pakken (zoals bv. het tijdelijk huisverbod, de mogelijkheid voor verenigingen om in rechte op te treden, …). Ten slotte gaat het boek ook uitgebreid in op de uitlokking, de wettige verdediging en het burgerarrest.
Het boek biedt aan advocaten, magistraten en andere medewerkers van Justitie een diepgaande analyse van de wetgeving, rechtspraak en rechtsleer met betrekking tot het fysiek interpersoonlijk geweld. Ook anderen die geconfronteerd worden met deze problematiek, zoals bv. iedereen die werkt met slachtoffers van geweldsdelicten, kunnen er een schat aan informatie in terugvinden. Dankzij de rechtsvergelijking en de talrijke voorstellen de lege ferenda kan het bovendien een interessante inspiratiebron zijn voor beleidsmakers.