Nukkige en gierige Kaat wordt op een ochtend ruw uit haar slaap gewekt; iemand maakt een hels kabaal met een hamer. Nader onderzoek wijst uit dat een woest behaarde en bebaarde kerel bezig is een huis te bouwen vlak naast het hare. Kaat is niet bepaald opgetogen over de komst van de nieuwe buurman, die er een eer in blijkt te stellen om te luiwammesen en wat rond te hangen.
Maar als het herfst wordt en het gammele onderkomen van buurman Bram tijdens een zware storm de lucht in vliegt, nodigt Kaat hem toch wat onwillig uit in haar huisje. Bram stelt voor om soep te maken, maar Kaat is absoluut niet van plan haar zorgvuldig vergaarde wintervoorraad met hem te delen. Dat blijkt ook niet nodig te zijn, want Bram kan soep maken met alleen wat water en een hamer. Tenminste, dat zegt hij...
Het nieuwe prentenboek van de Schuberts is een humoristische bewerking van een oud volksverhaal, waarin een gierig vrouwtje het uiteindelijk moet afleggen tegen de vindingrijkheid van haar gemoedelijke buurman.