In dit boek wordt ter gelegenheid van de vijfde verjaardag van de Echtscheidingswet van 27 april 2007, in werking sinds 1 september 2007, een evaluatie gemaakt van de toepassing ervan door de hoven en rechtbanken, en worden de reparaties en wijzigingen besproken die werden doorgevoerd door de wetten van 2 juni 2010 en van 5 april 2011.
Inhoud en opbouw van dit boek zijn ingegeven door de chronologie van het scheidingsproces. Vooreerst wordt ingegaan op de frequent ingestelde vorderingen tot het ontvangen van alimentatie als (dringende) voorlopige maatregel die de vrederechter resp. de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg vóór resp. na de inleiding van de echtscheidingsprocedure in diverse vormen kan toekennen.
Vervolgens wordt de – uitgebreide – rechtspraak m.b.t. de gronden en de procedure tot echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting van het huwelijk besproken en worden de belangrijke wetswijzigingen van 2010 en 2011 geanalyseerd.
Daarna wordt ingegaan op de arresten van het Hof van Cassatie en de rechtspraak van de feitenrechters aangaande de onderhoudsuitkering als gevolg van de echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting.
Een volgende bijdrage behandelt de gevolgen van de toekenning van een vorm van alimentatie voor de vereffening/verdeling van de huwgemeenschap, met bijzondere aandacht voor de opmaak van de beheersrekening, waarin het genoten onderhoudsgeld en het woonstvoordeel vaak moeten worden aangerekend op het aandeel van de onderhoudsgerechtigde in de vruchten van de postcommunautaire onverdeeldheid.
Meer en meer paren gaan een wettelijke samenwoning aan of gaan feitelijk samenleven. Naar aanleiding daarvan wordt in een laatste bijdrage aandacht besteed aan de juridische problemen die rijzen bij de beëindiging van de wettelijke en de feitelijke samenwoning, waarbij zowel de familierechtelijke vragen als de vermogensrechtelijke afwikkeling aan bod komen.
Met deze publicatie wordt beoogd, degenen die betrokken zijn bij de (juridische begeleiding van de) afwikkeling van een gestrande relatie een antwoord te bieden op de vragen die in de praktijk zijn gerezen, minstens een referentiekader aan te reiken voor de benadering van problemen waarvoor geen pasklaar antwoord bestaat. Tegelijk wordt rond dit voor de rechtspraktijk belangrijke domein van het familierecht heel wat rechtspraak ontsloten die in de juridische databanken en tijdschriften niet terug te vinden is.
Met bijdragen van Sven Eggermont, Patrick Senaeve, Christine Van Roy, Gerd Verschelden en Lise Voet.