En automne 2017, j'ai eu la joie d'être accueillie dans un appartement de Passa Porta au centre-ville de Bruxelles. Pendant deux mois, j'ai battu le pavé (les talons de mes souliers se sont émoussés sur la pierre cubique), humé l'atmosphère des rues, été à l'écoute des gens, de leurs histoires. Mon projet de glaner des proèmes trouvait là sa source et se précisait chaque jour de plus en plus. À ma plus belle surprise, ces proèmes se sont présentés à ma table d'écriture en français. Rien de plus simple et de plus naturel que de les accueillir comme des hôtes chéris. Et les voilà dans Le bazar de la glaneuse. Puis ils ont trouvé un traducteur et un éditeur pour un recueil français-néerlandais. Heureux bazar !
In de herfst van 2017 was ik de gelukkige gast in een appartement van Passa Porta in het centrum van Brussel. Twee maanden lang zwierf ik door de straten (de hielen van mijn schoenen vverden stomp op de kasseien), snoof de atmosfeer van de stad op, luisterde naar de mensen, naar hun verhalen. Mijn project om prozagedichten te sprokkelen vond daar zijn bron en kreeg elke dag hoe langer hoe duidelijker vorm. Tôt mijn verrassing ontstonden de prozagedichten aan mijn schrijftafel in het Frans. Niets is eenvoudiger en natuurlijker dan ze als dierbare gasten te verwelkomen. Hier zijn ze in De bazaar van de sprokkelaarster. Daarna vonden ze een vertaler en een uitgever voor een Frans-Nederlandse bundel. Gelukkige bazaar !