Louis Spohr (1784-1859) is een van de weinige grote musici van wie we een autobiografie bezitten. Deze boomlange ‘Duitse Paganini’ was in heel Europa beroemd als violist, pedagoog, componist en dirigent. Hij was een van de eerste dirigenten die een orkest leidde met een dirigeerstokje en niet meer als violist vanaf de concertmeestersstoel. Zijn symfonieën, opera’s, kamermuziek en vioolconcerten markeren de overgang tussen klassieke en romantische muziek.
In zijn memoires leren we een zelfbewuste, beminnelijke virtuoos kennen. Beeldend beschrijft hij tournees per koets en boot door heel Europa, van Londen tot Sint-Petersburg, van Hamburg tot Rome. Naast zijn ontmoetingen met historische figuren als Beethoven, Paganini, Goethe en Napoleon, noteert hij ook enkele dramatische gebeurtenissen uit zijn persoonlijke leven.
Deze Levensherinneringen bieden niet alleen een fascinerende reis door het muzikale leven van de vroege negentiende eeuw maar zijn tevens het verslag van Spohrs streven om muziek van vrolijk divertissement te verheffen tot een echte kunstvorm.
Met een voorwoord van Maarten ’t Hart.
‘Geen andere autobiografie doet je zozeer beseffen hoe jammer het is dat componisten zich doorgaans niet geroepen voelen om hun memoires te schrijven.’ – Maarten ’t Hart