Dit boek bestudeert de historische achtergrond van het privaatrecht. Een eerste deel behandelt de ontwikkeling van het recht in het verleden: de verschillende ontwikkelingsfasen van het Romeins recht in de oudheid, het gewoonterecht van de middeleeuwen, het ius commune, de periode van de grote codificaties, het recht in de negentiende en de twintigste eeuw en tot slot de allerlaatste ontwikkelingen. Bij die laatste gaat een bijzondere aandacht naar het huidige en komende werk aan het eerste burgerlijk wetboek van eigen Belgische makelij.
Het tweede deel behandelt de afzonderlijke rechtsinstellingen. Daarbij komen vooral rechtsregels aan bod die kunnen bijdragen tot een beter begrip van het hedendaagse recht. Behandeld worden o.m. de rechten van vrouwen en kinderen, huwelijk en echtscheiding, zakenrecht, verbintenissenrecht, erfrecht en huwelijksvermogensrecht.
Dit boek richt zich tot juristen die de wortels van het hedendaagse recht willen begrijpen en ook tot historici die willen kennis maken met ons oude recht.