Dit boek verduidelijkt de algemene beginselen van het familiaal vermogensrecht. Zelfs de meest elementaire beginselen kunnen niet worden uiteengezet zonder de lezer enigszins vertrouwd te maken met een aantal vaktechnische begrippen en technieken. Om het kleinste en eenvoudigste praktijkgeval op te lossen is meestal een combinatie van algemeen inzicht en detailkennis vereist. De kernmateries worden dan ook grondig uiteengezet, zodat de lezer zich met een aantal onontbeerlijke technische regels vertrouwd kan maken. Slechts op deze wijze kan een elementaire kennis van het vakgebied worden verworven.
Het boek is toegankelijk geschreven en is opgezet als een inleiding tot het familiaal vermogensrecht. Het werk richt zich niet alleen tot de bachelorstudent, maar ook tot de jurist die niet zo vertrouwd is met het familiaal vermogensrecht en de niet-jurist zoals de accountant of de fiscalist die zich met de materie vertrouwd wil maken.
De lezer wordt ingeleid in de verschillende sectoren van het familiaal vermogensrecht:
U vindt er een antwoord op vragen als: Wat gebeurt er met de gezinswoning na echtscheiding? Kan men op een gedane schenking terugkomen? Hoe wordt de reserve beschermd?
In deze zevende editie werd rekening gehouden met belangrijke nieuwe wetgeving, zoals de wet van 31 juli 2017 over het nieuwe erfrecht en de wet van 22 juli 2018 over het nieuwe huwelijksvermogensrecht.