‘Smart contracts: een overzicht vanuit juridisch perspectief’ biedt juridische professionals een kritisch inzicht in een van de potentieel meest disruptieve toepassingen van dit decennium.
Iedereen herinnert zich de (soms obsessieve) media-aandacht voor de bitcoin, de eerste (wereldwijd bekende) cryptomunt gebaseerd op blockchaintechnologie. Meestal hadden de media slechts aandacht voor de extreme waardeschommelingen van deze en andere cryptomunten. Er bestaan echter tal van andere use cases waarbij gebruikgemaakt wordt van blockchaintechnologie. De meestbelovende use case betreft smart contracts.
Een smart contract wordt over het algemeen beschouwd als een code of softwareprogramma (o.b.v. blockchaintechnologie) dat de gebruikers in staat stelt om overeengekomen transacties automatisch (zonder menselijke tussenkomst uit te voeren. Dit stelt de publieke en private markt in staat om tal van transacties in grote mate te optimaliseren en te automatiseren, zoals een automatische betaling voor het openen van een deelauto of hotelkamer, registratie van (on)roerende goederen, bewijs van auteurschap, optimalisering van verzekeringscontracten, track-and-tracetoepassingen enz.
Het boek verschaft een eerste inzicht in de verschillende facetten van het smart contract alsook in smart contracts als hedendaags (juridisch) fenomeen, met inbegrip van bestaande en mogelijke toekomstige toepassingsvormen. De auteurs illustreren dat smart contracts niet noodzakelijk ‘smart’, noch ‘contracts’ zijn in een juridische betekenis.
Dit boek gaat op bevattelijke wijze dieper in op de concepten blockchain en smart contracts, op de impact op het financieel recht, het vennootschapsrecht, het verzekeringsrecht, het auteursrecht, het consumentenrecht en het notariaat en op de gevolgen voor het internationaal privaatrecht.
Het boek bevat bijdragen van Koen Vingerhoets, Pieter-Jan Aerts, Niels Vandezande, Frank Hoogendijk, Benjamin Verheye, Christof Koolen, Deven Dobbelaere & Jean-Christophe Vercauteren, Jozefien Vanherpe & Marie-Christine Janssens en Anouk Vancraeynest & Matthijs Huysentruyt (onder redactie van Kim Vanthoor).