Sofie is een kermiskind. Haar ouders hebben een reuzenrad en een oliebollenkraam, maar tijdens het kermisseizoen, van april tot november, woont Sofie bij haar opa.
Opa woont in een piepklein huisje in het bos – een heerlijke plek. Het enige nadeel is dat de school in het dorp zo’n vervelende meester heeft.
Dit jaar zit er een nieuwe jongen in de klas, Mo. Zijn ouders hebben de Super Donya, een piepkleine, stampvolle, superlekker ruikende winkel. Al snel zijn Sofie en Mo dikke vrienden.
Maar er is iets vreemds aan de hand met Opa. Gaat het wel goed met hem? En kan Sofie wel bij hem blijven? De meester heeft namelijk een zus die directrice is van Huize Avondrood. Zij begint zich overal mee te bemoeien… en dat gaat helemaal de verkeerde kant op.
Inge Besaris weet Sofies worsteling met de situatie te beschrijven op een wijze die tegelijkertijd luchtig, vrolijk en hartverscheurend is. Irina Filcer geeft die gelaagdheid schitterend weer in haar kleurige schilderingen.