Meneer Lord is diep geschokt als hij Mary Ann aantreft bij een kudde schapen, uit volle borst een liefdesliedje zingend. Hij had gehoopt dat een dergelijk gedrag na drie jaar kostschool niet meer zou voorkomen bij zijn beschermelinge. En waarom een liefdesliedje? Zou dat iets te maken kunnen hebben met Corny Boyle, de grote, lompe kleinzoon van Fanny McBride, met zijn onmogelijke kleren, zijn platte taalgebruik en zijn passie voor de kornet? Of is het weer eens zover dat Mary Ann haar neus steekt in zaken die haar niet aangaan?