Dagelijks kruisen we elkaar in de openbare ruimte. We verplaatsen ons met verschillende snelheden in allerlei richtingen, langs uitgestippelde routes en dwaalsporen. In Vervoersbewijzen reist Tijl Nuyts mee met eenentwintigste-eeuwers die onderweg in
aanraking komen met de woorden en rituelen van diverse levensbeschouwingen. De dichter doet verslag van momenten van vervoering en verwarring, verwondering en verveling in metro's, trams en spitstreinen, langs autosnelwegen en in voetgangerszones. In een tijd waarin meningen over (on)geloof luid worden verkondigd, gaat Nuyts op zoek naar wat ons in beweging houdt.
Delphine Lecompte schreef over de poëzie van Tijl Nuyts:
'Bezwerende bespiegelingen over de moderne tijd en over onze oude atavistische reflexen (...) Mijn grootste literaire ontdekking van de 21ste eeuw.'