Hoe een gewoon gezin met drie tienerdochters de Tweede Wereldoorlog beleefde: de oorlogsdreiging, de vlucht na de inval van de Duitsers, de terugkeer in de bezette centrumstad Mechelen, de aanslepende oorlog met zijn vernietigende bombardementen...
Tijdens die periode van angst en vertwijfeling, honger en koude, collaboratie en verzet ontluiken twee liefdes: een volwassen liefde van de oudste dochter en een bewogen kalverliefde van haar vijftienjarige zus. Een op waarheid en historische feiten gestoelde, met fijngevoeligheid en humor geschreven kroniek vol verrassende wendingen en een beklijvend slot.
'De sirene van het luchtalarm gaat en het gezin Calluy, inclusief Jef Echelpoel, duikt de kelder in. Ze nemen hun vertrouwde plekken in, alsof ze repeteren voor een toneelstuk. "Bij Jef", commandeert ma. "Vicky, daar is je plaats." Pa verzekert zich ervan dat de gastoevoer afgesloten is. Opnieuw lijkt de hel te zijn losgebarsten. De gedachte jaagt door Jefs hoofd. Sodom en Gomorra! Verbraecken heeft gelijk. Maar hier zitten zes rechtvaardigen. En in tal van huizen schuilen ze, honderden, duizenden, rechtgeaard, bang en bibberend. Hij kijkt naar meneer Calluy. Ogenschijnlijk kalm lijkt hij, maar op zijn slaap kloppen felle adertjes. Het huis davert op zijn grondvesten. "Brisantbommen", zegt Jef. "Nog veraf. Geen zorgen maken."'