Susannah:
Mijn leven was perfect. Ik studeerde rechten, ik had een woning voor mezelf en ik had een grote vriendengroep waar ik altijd bij terecht kon.
Een paar weken geleden veranderde dat allemaal. Cade kwam en nam me mee. Ik kwam terecht in een regelrechte hel.
Al die tijd overleefde ik. Nu sta ik tentoongesteld en wacht mij een grote vernedering.
Er is een iemand die me deze vernedering weet te besparen. Maar is hij mijn redding? Of wordt hij mijn ondergang?
Ben:
De 'feestjes' van Cade, ik heb er niets mee.
Het is nu eenmaal zo dat ik hier moet zijn voor een klus. Een klus die veel geld oplevert. Een klus die helemaal niets met háár te maken heeft. Ik begrijp er dan ook niets van waarom het me zo raakt dat ze daar staat. Weerloos, alleen. Beeldschoon. Tentoongesteld aan een groep hongerige wolven die niets van haar heel zouden laten als ze de kans zouden krijgen om bij haar in de buurt te komen.
Misschien is dat de reden dat ik mijn mond opentrek en haar met een paar woorden red van een afschuwelijk lot. Pas wanneer ik haar met me mee naar huis neem, realiseer ik me pas goed wat ik heb gedaan.