Vanaf de vroegste tijden proberen mensen te begrijpen hoe hun wereld in elkaar steekt. Ze ervaren de werkelijkheid in het verloop van de tijd, in de afwisseling van dag en nacht, in de opeenvolging van de seizoenen. Maar toch is er steeds het vermoeden dat dit niet alles is, dat er achter die werkelijkheid een diepere waarheid verborgen ligt. En vervolgens gaan we daarnaar op zoek, we bedrijven ‘historie’, zoals de vader van de geschiedschrijving, Herodotus, het noemde.
Geïnspireerd door een schilderij van Francisco Goya is dit boek een zinderende zoektocht naar deze drie pijlers onder de interpretatie van onze wereld. Hoe we de tijd onderwierpen aan klok en kalender, om daar vervolgens onszelf aan te onderwerpen. Hoe we eeuwenlang de Bijbel als de ultieme waarheid beschouwden, met kettervervolging en heksenwaan als schaduwzijden daarvan. Hoe we ons van de Bijbelse waarheid hebben losgemaakt en de vrijheid gebruikten om nieuwe verhalen te maken, over complotten bijvoorbeeld en over spirituele krachten. En ten slotte is er de geschiedenis, waarin we onze collectieve herinneringen vastleggen, maar ook bepalen wat we beter kunnen vergeten.
Gesteund door inzichten uit de evolutietheorie en de neuropsychologie wordt in De tijd, de waarheid en de geschiedenis een kleurrijk panorama gepresenteerd, met tal van wonderlijke anekdotes en merkwaardige inzichten.