Het Handboek Gezondheidsrecht is een uniek en alomvattend opus magnum waarin de positie van de zorgverlener, niet alleen t.a.v. de patiënt, maar ook t.a.v. alle andere zorgverleners, de andere beroepsbeoefenaars, de gezondheidszorginstellingen én de overheid aan bod komt, en dit op een zéér grondige wijze.
Handboek Gezondheidsrecht bestaat uit twee apart verkrijgbare delen
Volume I: Zorgverleners: statuut en aansprakelijkheid
2022| ISBN 978-94-000-1431-2 | lviii + 1720 blz. | gebonden
Prijs: 210 euro
Volume II: Rechten van patiënten: van embryo tot lijk
2022 | ISBN 978-94-000-1432-9 | liv + 1808 blz. | gebonden
Prijs: 210 euro
Volume I behandelt het volledige zorgaanbod en het statuut van de zorgverleners. Niet alleen wordt de klassieke arts-patiëntrelatie besproken, maar ook minder belichte statuten van artsen, zoals de arbeidsarts, de controlearts, de ziekenfondsarts en de verzekeringsarts. Verder wordt uitvoerig ingegaan op het juridische statuut van artsen in ziekenhuisverband en de professionele samenwerkingsverbanden. Daarnaast wordt voor de eerste keer in een handboek specifieke en grondige aandacht besteed aan het statuut van andere beroepsbeoefenaars, zoals de tandarts, de apotheker, de kinesitherapeut, de vroedvrouw, de verpleegkundige, de paramedische beroepen, de beoefenaars van niet-conventionele behandelwijzen, de klinisch psychologen, de klinisch orthopedagogen en de psychotherapeuten.
Naast de rechten van de zorgverlener, zoals het recht op een therapeutische vrijheid, op een honorarium, op het maken van reclame, worden vanzelfsprekend ook hun plichten en hun aansprakelijkheid zeer uitgebreid uiteengezet.
In Volume II van dit handboek worden de rechten van patiënten tijdens de levensloop van de persoon gevolgd: van embryo tot lijk. De patiëntenrechten zelf spelen een steeds belangrijker rol in de rechtspraak en worden uitvoerig besproken: het recht op gezondheidszorg, op vrije keuze van beroepsbeoefenaar, op geïnformeerde toestemming, op inzage in en afschrift van het patiëntendossier, op bescherming van de persoonlijke levenssfeer evenals het beroepsgeheim en de GDPR, het klachtrecht en de ombudsfunctie en ten slotte de medische expertise.
Ook de Wet Medische Experimenten, de Wet Orgaantransplantatie en de Wet Menselijk Lichaamsmateriaal komen hier aan bod, net zoals de rechten bij het levenseinde: levensbeëindiging zonder verzoek, euthanasie, hulp bij zelfdoding, pijnbestrijding, palliatieve zorg, staken of niet instellen van een behandeling, de voorafgaande wilsverklaringen, de vaststelling en de publiciteit van het overlijden en het statuut van het lijk.
Het Handboek Gezondheidsrecht bevat dan ook een ongekende rijkdom aan onderwerpen, die allemaal sterk worden uitgewerkt. Het resultaat is een weldoordacht en alomvattend handboek dat vertrekt vanuit de noden van de praktijk. Dit boek is dan ook hét onmisbare referentiewerk voor iedereen die met het gezondheidsrecht wordt geconfronteerd: een betrouwbaar naslagwerk voor advocaten, magistraten, artsen en al wie betrokken is bij de gezondheidszorg.
Over de auteurs
Thierry Vansweevelt is gewoon hoogleraar aan de UAntwerpen. Hij doceert er “Aansprakelijkheidsrecht en risicoverzekeringen” en “Gezondheidsrecht”. Zijn proefschrift De civielrechtelijke aansprakelijkheid van de arts en het ziekenhuis werd bekroond met de prestigieuze Fernand Collin-Prijs 1992 en hij ontving voor zijn gehele oeuvre de Prijs Onderzoeksraad UAntwerpen. Hij is als advocaat-partner verbonden aan het advocatenkantoor Dewallens & partners. Hij is de eerste jurist die werd benoemd tot lid van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde. Hij is tevens bestuurder in de Board of Governors van de World Association for Medical Law.
Filip Dewallens is hoofddocent gezondheidsrecht aan de UAntwerpen en bijzonder gasthoogleraar aan de KU Leuven. Hij is advocaat en managing partner van het advocatenkantoor Dewallens & partners. Hij doctoreerde op een proefschrift over het statuut van de ziekenhuisarts en hij is voornamelijk actief in het ziekenhuisrecht en het bestuurlijk gezondheidsrecht. Tussen 2004 en 2009 was hij zelf ook bestuurder van ZiekenhuisNetwerk Antwerpen (ZNA) en tussen 2014 en 2018 van de KU Leuven. Hij is sinds 1996 voorzitter van de Vlaamse Vereniging voor Gezondheidsrecht.
Op internationaal niveau werkte Filip in opdracht van het IMF, de Wereldbank (Macedonië 1997 en 2009; Slovenië 2004) en de Raad van Europa (Montenegro 2008 en Servië 2009). Hij adviseerde ook verschillende Ministers van Sociale zaken en Volksgezondheid. Zo was hij nauw betrokken bij de oprichting van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (2002) en van de Vlaamse infrastructuurgebonden financiering van de ziekenhuizen (2019).