Emile staart door het raam van zijn atelier. De geur van verf en terpentijn danst in zijn neus. ‘Ik wil naar buiten,’ mompelt hij met een penseel tussen zijn lippen. ‘Ik wil de ijsvogel zien.’ Het is het begin van een bedwelmende boottocht, waarin Emile Claus tussen de natuur en de dorpelingen de rivier afvaart, tuimelend van het ene seizoen in het andere. Bij elk nieuw schilderij zinkt zijn bootje wat dieper in de rivier. Zal Emile de ijsvogel zien?