De jonge, idealistische schilder Elisabeth en haar broer Uli hebben een hechte band. Als ze in 1961 de paasdagen doorbrengen bij hun ouders hoort Elisabeth dat Uli van plan is om net als hun oudere broer naar het Westen te vluchten, omdat hij in de DDR geen toekomst voor zichzelf meer ziet. Elisabeth heeft nog maar een paar dagen de tijd om hem dit plan uit het hoofd te praten.
Deze overrompelende, nooit eerder in het Nederlands vertaalde klassieker was een van de weinige contemporaine romans over het menselijk leed dat de Duitse deling veroorzaakte. Brigitte Reimann, die Mijn broer en ik begon te schrijven toen haar eigen broer in 1960 naar het Westen vertrok, maakt als geen ander het spanningsveld tussen idealen, zelfontplooiing en een repressieve realiteit invoelbaar.