Ik moest haar hebben.
Ik heb haar gewaarschuwd. Er is niets dat me kan tegenhouden, geen grens die ik niet zou overgaan voor haar.
En dat was precies wat ik deed. Ik ging een grens over. Of ik spijt heb? Absoluut niet. En als ik het allemaal nog een keer mocht overdoen, deed ik precies hetzelfde. Ik had een echtgenote nodig, zo begon het allemaal. Een echtgenote die ik absoluut niet wilde. Maar alles veranderde door haar. Ze kroop me onder mijn huid, kroop in mijn bed. Eerst wilde ik haar niet. Nu wil ik haar niet kwijt. Ook al smeekt ze me om haar vrij te laten. Ze kende de risico's. Ze wist dat mijn liefde een last was die ze voor de rest van haar leven zou moeten dragen. De rest van haar leven is nu aangebroken. Haar voor altijd begint, met mij als haar man aan haar zijde.
Of ze haar lang en gelukkig achter gesloten deuren slijt of in vrijheid doorbrengt, mij maakt het niet uit. Zolang ze maar van mij is.