Op 14 januari 2021 wees het Europese Hof van Justitie een arrest (Varkens in nood) met grote gevolgen voor de rechtsbescherming in het Nederlandse omgevingsrecht. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Nederlandse Raad van State heeft aan het arrest namelijk forse consequenties verbonden. De belangrijkste: wie bij het bestuursorgaan een zienswijze over het ontwerpbesluit naar voren heeft gebracht, kan tegen het definitieve besluit beroep bij de bestuursrechter instellen, ook als hij geen belanghebbende is.
In dit boek plaatst de auteur de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak in een breder kader. Hij besteedt met name aandacht aan de mogelijke gevolgen van die uitspraken voor de uitleg van het belanghebbende-begrip (art. 1:2 Awb) en het relativiteitsvereiste (art. 8:69a Awb).
Daarmee is dit boek ook relevant voor eenieder die zich professioneel bezighoudt met het Vlaams bestuursprocesrecht, onder meer wegens de ingrijpende wijziging van het DBRC-decreet per 21 mei 2021. Die wijziging heeft immers belangrijke gevolgen voor de toegang tot de rechter in geschillen waarop het Verdrag van Aarhus betrekking heeft. Kan het huidige DBRC-decreet door de Unierechtelijke beugel? Dit boek geeft handvatten voor de beantwoording van die vraag.