Sanne is een gewone bijzondere vrouw; warm, hartelijk, onzeker, doortastend, kwetsbaar, stoer, dromerig, nuchter. En Sanne maakt van alles mee met de mensen om haar heen: Frank, haar echtgenoot die veel van huis is voor zijn werk, bedoelt het wel goed maar brengt het vaak zo miserabel. Wichard, haar vijftienjarige zoon, zoekt zoals een echte puber betaamt voortdurend de grenzen van haar moederlijke gezag.
Yvonne, haar vriendin, denkt de ware liefde gevonden te hebben en het is Sanne die haar de minder rooskleurige waarheid moet vertellen.
Reina, haar werkgeefster, klampt zich aan Sanne vast als aan een reddingsboei en sleept haar mee naar een paragnoste.
Mathilde, haar moeder, heeft slechts oog voor één persoon: Henk Portielje, haar nieuwe vlam.
Cathy, haar egocentrische zus, weet nog steeds hoe ze Sanne voor haar karretje moet spannen. En als het maar even rustig dreigt te worden, kondigt het volgende voorval zich alweer aan.
Vermakelijk, verdrietig, hilarisch, pijnlijk, leuk, teleurstellend, maar bovenal: herkenbaar. Met Sanne leef je mee zoals met een goede vriendin.