Het filosofisch hoogtepunt uit Nietzsches oeuvre in een glasheldere, nieuwe vertaling van Maarten van Buuren
In Voorbij goed en kwaad navigeert Friedrich Nietzsche speels en onnavolgbaar van het ene adembenemende panorama naar het andere: perspectivisme, herwaardering van alle waarden, Dionysus versus Apollo, Übermensch, decadentie, nihilisme. Geleidelijk aan groeperen deze glinsterende vergezichten zich tot een sterrenbeeld waarmee Nietzsche de weg wijst naar een filosofie van de toekomst.
Nietzsche noemde Voorbij goed en kwaad in een brief ‘een sleutel tot wie ik ben’. Wie Nietzsche wil leren kennen moet dus dit boek lezen.
Friedrich Nietzsche begon als briljante hoogleraar filologie en maakte naam met De geboorte van de tragedie (1872), maar brak pas echt door toen hij de academische wereld verliet. In de tien jaar van zijn nomadische bestaan – tussen zijn ontslag als hoogleraar klassieke talen in Basel (1879) en zijn val in de waanzin (1889) – schreef Nietzsche in een explosie van scheppingskracht een ongeëvenaard filosofisch oeuvre bij elkaar. De vrolijke wetenschap (1882), Aldus sprak Zarathoestra (1883-1885) en Voorbij goed en kwaad (1886) vormen de hoogtepunten van deze creatieve eruptie.